Lang geleden dwarrelde ik door de straten van Sapporo. Zonder kennis van het Japans weet je de weg in deze stad, door het logische systeem van straatnamen. Ik zou hier meer dan twee en een halve maand rondwandelen. De eerste weken met een stevige laag sneeuw bedekt en daarna opende de stad zich iedere week meer voor mij. Niet alleen doordat de sneeuw ontdooide, maar ook doordat ik een aantal inwoners beter leerde kennen.
Een van haar inwoners was en is Yumiko. Een therapeute die is gespecialiseerd in energetische therapie. Met haar zou ik de meest wonderlijke ontmoetingen hebben. De keren dat we elkaar zagen spraken we zonder een woord van elkaar te begrijpen. Zij sprak weinig of geen Engels en ik weinig en aanvankelijk helemaal geen Japans. Zij had het eigenlijk altijd druk. Volgens afspraak behandelde ik cliënten van haar en leerde haar mijn therapie. Daartegenover stond dat ik gratis kon verblijven in een studio in de stad die zij voor mij had geregeld.
Wij praatten met elkaar door de dingen die we wilden delen in te tikken in een soort google translate op haar telefoon. We tikten heel wat af om elkaar dingen duidelijk te maken. Dit verliep niet altijd even vlot en leidde soms tot ergernis bij zowel haar als mezelf.
In alle eerlijkheid, ik voelde me verliefd op haar. En de reden hiervoor blijkt al meer dan 900 jaar oud te zijn.
Voordat ik aan dat verhaal toekom, moet ik even iets kwijt over Japan. Deze eilandengroep naast China met meer dan 100 miljoen inwoners magnetiseert me, maakt me supergevoelig. Vaak heb ik me afgevraagd of het nu kwam doordat ik met deze mensen een bijzondere band had of dat de atmosfeer iets met me doet waardoor ik hypergevoelig wordt voor de signalen die zij (on)bewust uitzenden en die ik opvang.
Ik heb met allerlei cliënten gesprekken gevoerd, samen met de zoon van Yumiko die het vertaalde voor mij in het Engels. Deze mensen las ik gewoon. Hun problemen zag ik, hun zorgen voelde ik en kon nog omschrijven wat zij ertegen moesten doen ook. Zij waren een open boek voor me. Ik voelde me een met hen, terwijl ik tegelijkertijd hun taal niet sprak en geen teken van hun razend ingewikkeld schrift kan lezen.
Gajin
Blijkbaar heb ik iets met Nihon. Met het land en vooral met de inwoners. Tegelijkertijd is dat niet zo voor de hand liggend. Japanners zijn over het algemeen niet vriendelijk tegenover gajin, buitenlanders, vreemdelingen. Op dezelfde manier zoals in het algemeen blanke mensen zich superieur voelen, hebben ook Japanse mensen dat idee tegenover de rest van de wereld.
Toch verliepen de contacten die ik met hen onderhield heel aangenaam nadat het ijs gebroken was, dat dan weer wel. Ik denk dat wanneer ik me degelijk had voorbereid op mijn verblijf in dit magische land door Japans te leren het contact nog aangenamer zou zijn geweest, maar dat past nu eenmaal niet bij me. Ik heb vooraf geen moment bedacht om me die taal eigen te maken, waarom zou ik. Ik merk het wel, dacht ik.
Kortom er zijn allerlei onbegrijpelijke banden die ik heb met dit land. Een daarvan kwam letterlijk boven water toen ik met Yumiko een Spa bezocht ergens diep in het binnenland van Hokkaido. Deze openbare baden scheiden mannen en vrouwen van elkaar. Je neemt bij de ingang afscheid en ziet elkaar pas weer terug na afloop bij diezelfde entree. Het is de bedoeling dat je zonder enig kledingstuk en enkel een klein handdoekje niet groter dan een zakdoek meeneemt waarmee je jezelf af en toe symbolisch afdroogt. De meeste mannen dragen het op hun hoofd, omdat dit de enige plek is die boven water blijft.
Daar gaf ik me over aan de aangename warmte van het bijzondere water. Dat via allerlei stroompjes van buiten naar binnen stroomde met daarin badende mannen. Ik liet me een paar keer meedrijven en viel op een gegeven moment in slaap terwijl ik wat ronddreef. Ik voelde me gehypnotiseerd, zoals ik me zo vaak tijdens die maanden hier voelde. Een soort prettige waas hing over mijn hoofd. Een wollig gevoel dat bleef en me heerlijk ontspande.
Ik bevind me in een klein dorp op het platteland, geregeerd door een heer. Ik ben een arm boertje met een prachtige vrouw aan mijn zij. Zij is de trots van het dorp en wij houden zielsveel van elkaar. Zelfs in mijn droom schrik ik me rot van de verschijning die deze vrouw is. Het was namelijk Yumiko. Ik herkende haar niet aan haar gezicht, maar wel aan haar uitstraling. Deze twee vrouwen waren een en dezelfde persoon. Ik zie mezelf parmantig rondlopen met haar door het dorp.
De heer aan wie alle dorpsbewoners belasting en pacht verschuldigd waren liet zich op zekere dag zien. Hij zag mijn vrouw, reed op ons af en zei goedkeurend tegen mij:”Jouw vrouw is voortaan van mij, breng haar morgen naar me toe. Ik wil haar hebben.” Ik probeerde wat te zeggen, maar razendsnel legde zij haar hand op mijn mond. Thuis gekomen brak voor mij de hel los. “Ik vermoord hem, brulde ik als een gewond dier.” Mijn vrouw keek mij rustig aan. Met tranen in haar ogen zei ze dat ze zich zou melden bij de heer, waardoor ik niet zou worden vermoord. Ik kermde dat ik haar nooit zou willen verliezen, dan moest de heer me maar doodslaan.”
Toen ik de volgende dag wakker werd, was Yumiko verdwenen. Ik heb haar nooit meer teruggezien. Na een aantal jaar gedwongen bij de landeigenaar te zijn gebleven is ze van puur liefdesverdriet gestorven. Ik leerde een andere vrouw kennen, maar mijn leven kreeg nooit meer de glans die het met Yumiko had.
Bizar
Toen ik uit mijn droom ontwaakte liepen de tranen over mijn wangen. Om dit niet aan mijn medebaders te laten zien, hield ik mijn hoofd half onder water. Ik was zo aangeslagen dat ik jammerde van ellende. Een diep gevoel van machteloosheid verlamde me. Ik kon geen kant op en wilde dat ook eigenlijk niet. Ik heb zeker een half uur daar in het water gelegen, met mijn gezicht half eronder. Mijn verdriet was enorm.
Daarom voelde dit wonderlijke land zo vreemd en tegelijkertijd ook zo bekend aan. Het was ooit mijn thuis. En zij was mijn vrouw. Bizar.
Toen ik een uur later bij Yumiko aan tafel zat en we allebei aan het bijkomen waren van het aangename bad, probeerde ik haar te vertellen wat me was overkomen.
Ze reageerde niet of nauwelijks hierop. Ik begreep hier destijds helemaal niets van en was eigenlijk een beetje ontdaan, maar nu begrijp ik het pas, tien jaar later.
Een dergelijk onwaarschijnlijk verhaal, met een wonderlijke parallel naar deze tijd kan je niet in een eenvoudig vertaalprogramma invoeren. Het verhaal is te dubbel. Toch weet ik dat zij ook heel spiritueel is, dus dat ze hiervoor open staat. Althans dat zegt mijn gevoel. Ik heb zelfs ooit overwogen om goed Japans te leren zodat ik haar deze geschiedenis zou kunnen vertellen. Het is er nooit van gekomen.
Nu weet ik echter dat het goed is zoals het is.
De stroom van de tijd is negen honderd jaar verder. Zij en ik hebben andere sporen gevolgd om in bewustzijn te groeien. Zij staat nu waar ze is in het land van de kersenbloesem. Ik ben terechtgekomen in Europa, een continent waar ik nooit heb willen zijn.
Gelukkig ben ik een tijdje terug naar huis geweest, naar het land van mijn voorouders en daar kijk ik met eeuwige dankbaarheid op terug.