Als we door alle flauwekul heen kijken, de afleiding van 10.000 sporten, oneindige games en ander vertier, blijft er maar een ding over.
Dat ding bekruipt me als ik op momenten stil val, even niets om handen heb dat mij afleidt
Dat ding bespeur ik heel af en toe als ik de gekte van de wereld stil zet, geen prikkel meer binnen laat
Heel soms ervaar ik het ding dan, maar het laat zich niet dwingen, want het is een onbeheersbaar iets
Op dat moment is er even helemaal niets, dat noem ik mijn ding
Ik heb er geen beschrijving voor, zelfs het gevoel erover is mistig
Toch weet ik dat dat overschiet van alles dat ik ‘heb’
Sommigen noemen dit liefde of vrede met jezelf
Ik koester het als mijn grootste ‘bezit’
Ik weet ook dat er niet meer is dan dat
De rest is tijdverdrijf, zijn eigenlijk excuses bedacht uit angst voor het ding
Carrière, prestaties, kennis, wetenschap is niets daarbij vergeleken
17 juni 2018